Dit twee eeuwen omspannende verhaal is Roline Redmonds indrukwekkende kroniek van haar eigen tot slaven gemaakte familie.
Dat verhaal ontvouwt zich als een intercontinentale odyssee langs getuigen en in archieven in Suriname en Nederland en wordt verteld als was de auteur een hedendaagse griot: de West-Afrikaanse chroniqueur van de familiegeschiedenis. De naspeuringen worden danig bemoeilijkt doordat voorouders in alle archieven ontbreken omdat ze niet meer waren dan chattel, oftewel gebruiksgoederen.
De Doorsons weten hun achterstand dankzij hun enorme werkkracht desondanks om te buigen, heel vaak onder leiding van de vrouwen, hun kroost beschermend en gebruikmakend van oude rituelen om de overerfde pijn van verlies en verlangen te helen.